dinsdag 19 augustus 2014

The words of a dying man

Wees niet boos als ik huil.
Ik ben soms gewoon zo bang.
Bang voor wat hierna komt.
Zal ik ooit weer licht zien,
of zal ik voor eeuwig rond blijven zweven in het donkere van de dood?
Als het nog kan, dan zie ik je morgen.
Ja, dan zal ik je morgen zien.
Maar als mijn lichaam het niet meer toe laat,
weet dan dat ik van je hou.

Ik kan je niet vertellen wat het is,
ik kan je alleen vertellen hoe het voelt.
Het voelt alsof ik een hoopje zand ben,
klaar om weg geblazen te worden door de wind.
Want als je van binnen word opgevreten en van buiten word bestraald,
dan blijft er weinig van je over.
Je weet dat het goed voelt als ik het gewicht van deze ziekte van mijn schouders kan laten vallen,
maar je wil niet zien,
ik wil niet zien.
Hoe ik mijn ogen voorgoed zal sluiten,
hoe mijn hand voor de laatste keer de tranen van je wang zal vegen
en hoe ik elke dag opnieuw afscheid moet nemen.
Want binnenkort zal er geen nieuwe dag meer zijn,
dan zal mijn lichaam het niet meer toelaten.
Maar tot die tijd bid ik met iedere traan die ik huil.

donderdag 14 augustus 2014

Wat ik zie als ik in slaap val

Vertel me wat je ziet als je in slaap valt,
dan zal ik het jou ook vertellen.
Ik zwem in een zee van hoopvolle gedachten.
Op weg naar iets beters,
of regelrecht in je armen.
Ik zoek.
Want als ik in je ogen kijk dan zie ik niks.
Dus ik zoek
en ik vind.
Ik vind mezelf.
En dan open ik heel even m'n ogen.
Het is zwart.
Als ik m'n  ogen weer sluit dan droom ik weg.
En ik droom.
Mooie dromen,
over eindeloze stranden,
metershoge golven,
warme kampvuren
en een rood-oranje horizon.
Over jouw hand in de mijne,
eeuwig durende lachsalvo's,
liters wijn
en de kleur van jouw ogen.
Dan sta ik op en loop ik naar de zee.
Tien meter.
Tien meter die een eeuwigheid lijkt te duren.
Nog één keer kijk ik achterom.
En dan lig ik er weer in.
Op zoek naar iets.
Iets wat onvindbaar lijkt.
Als ik mijn ogen weer open, dan is het zwart.
De kleur van de nacht waarin ik verdwijn en weer terug kom.
Zodra de zon op komt besef ik me waar mijn nachten over gaan.
Het bewijzen van nooit gekende liefde,
of het nooit ontstaan er van.
Zonder veel te zeggen zweef ik de dagen door.
Totdat de tijd weer wordt stilgezet
en ik even kan wegdromen in een wereld waar het wel bestaat.