maandag 19 oktober 2020

Hoe Covid-19 de stad veranderde in de boze stiefmoeder

Het was 5 uur 's nachts toen ik alleen door de stad liep,
hopeloos de plakkaten kots ontwijkend
De stad was rustig voor het tijdstip;
iets wat me de laatste weken meer opviel
In mijn hoofd was het leven al lang geen Disney verhaal meer
hoe het ooit was
mooie mensen in baljurken en koetsen gemaakt van pompoenen
dansend door de nacht zagen we in iedereen een vriend
Maar in werkelijkheid was de stad grauw
en spuugde hij op de mensen die er liepen
iedereen stonk naar bier 
en pis
In werkelijkheid
Was het leven een Disney verhaal aan crack,
zonder tanden, elke voorbijganger vragend om een euro,
of 20 cent

Opgegeten,
uitgespuugd

Ik werd verdrietig van deze gedachte
In kleine stapjes wenste ik zachtjes terug naar de dagen
dat ik zin had de deur uit te gaan
Op zoek naar gezelligheid 
in mensen en drank 
En verder terug;
naar een tijd waarin ik daadwerkelijk geloofde
in zingen tegen vogels in het bos
en prince charming

Ik schopte tegen een leeg cola blik;
de echo die in het blikje klonk deed me denken aan mijn stem
ver weg (van deze stad)
van alles wat een jaar geleden nog binnen handbereik lag
veel te ver weg van een toekomst 
die ook maar iets leek op één die ik me had kunnen voorstellen

Waar de stad een paar maanden geleden nog mijn naam schreeuwde
was deze nu voornamelijk stil
keek hij neer op iedereen die een voet over de drempel zette
en fluisterde hij zachtjes
"Welkom in dit sprookje. We zijn hier allemaal niet gelukkig."