maandag 15 september 2014

Split sensum III

Lees eerst Split sensum en Split sensum II

Ik tik zenuwachtig met mijn vingers op het tafelblad.
Vandaag gaat het gebeuren.
Ik volg iedere beweging die de secondewijzer op de grote klok aan de muur maakt.
Zenuwachtig sta ik op, loop ik naar de andere kant van de tafel en laat me daar op een stoel zakken.
"Had u nog iets te drinken gewild?" Vraagt de ober me op een vriendelijke toon.
"Nee, dankje." Antwoord ik met een trillende stem.
Waarom doe ik dit?
Het is nu zes jaar geleden dat je schoot. Nog iedere nacht word ik badend in het zweet wakker, omdat jouw gezicht me in mijn dromen achtervolgt.

Ik ben je meteen nadat ik het briefje uit mijn jaszak las gaan zoeken. Natuurlijk wist ik precies waar ik moest zijn. De oude school aan de rand van het bos. Ons plekje. Toen ik daar aankwam zag ik drie politiewagens staan. Ik ben in elkaar gezakt en heb zitten huilen tot ik zag dat je door twee agenten de school uit werd begeleid. Onze blikken kruisten elkaar heel even en toen ben ik opgestaan en weg gerend. Dat was de laatste keer dat ik je zag.

En hier zit ik dan. Te wachten op jou.
Ik ben nog nooit in mijn hele leven zo zenuwachtig geweest als nu. Je weet alles van mij en ik alles van jou, je bent 10 jaar lang mijn beste vriend geweest, maar vandaag lijkt dat allemaal heel ver weg.
Ik hoor de deur van het cafeetje opengaan en je stapt naar binnen. Je ziet er heel anders uit dan de laatste keer dat ik je zag. Slechter. Met een lege blik kijk je zoekend om je heen. Je wordt op de voet gevolgd door een vrouw in een zwart mantelpakje. Ik gok dat zij iemand is uit de kliniek waar je een paar jaar terug bent opgenomen.
Je oog valt op mij en met grote stappen kom je mijn kant op. Mijn hart klopt als een bezetene en ik voel het bloed naar mijn hoofd stijgen. Als je vlak bij bent sta ik op. Heel even staan we tegenover elkaar. Je laat je ogen over mijn lichaam glijden, bij mijn ogen blijven ze hangen. We kijken elkaar heel even aan en dan ga je zitten. Ik volg jouw voorbeeld.
Ik hoor het tikken van de secondewijzer en dat maakt me nog zenuwachtiger dan ik al was.
Ik wens dat dit alles nooit gebeurt was en dat ik dit droom.
Tevergeefs.
Je opent je mond om wat te zeggen, maar bedenkt je. Je laat je hoofd hangen en staart naar je handen die voor je op tafel liggen.
"Dennis?" Zeg ik uiteindelijk.
Je hoofd komt met een ruk omhoog. Ik schrik.
"Waarom?" Vraag ik, hopend op een antwoord waardoor alles in één keer duidelijk word.
"Sorry." Zeg je. "Sorry..." Op dat moment begin je onbedaarlijk te huilen.
Dit is het moment waarop ik besef dat ik dit niet kan. Je bent nog steeds ziek in je hoofd en hoe graag ik ook wil, ik kan daar geen verandering in brengen.
Ik sta op en loop richting de deur. Nog één keer kijk ik achterom en zie hoe jij met je hoofd in je handen aan de tafel zit. Dan sluit ik de deur van het café achter me en verdwijn in de drukte van de stad.

zondag 7 september 2014

Het was weer zo'n zondag

Het was zo'n zondag.
Zo'n zondag van de geur van hondenbrokken en koffie in de morgen.
Van vers afgebakken broodjes, fietsen door de herfstwind en de geur van paarden.
Zo'n zondag van mooie foto's maken, liters thee drinken en met z'n allen zijn.
Zo'n dag waarop we vroeger buiten speelden tot de zon onder ging. Of tot het koud werd. Dan renden we naar binnen en kregen we een grote kop chocolademelk.
Het was weer even zo'n zondag als vroeger.
Waarop je je gelukkig voelt.
Een zondag van uren lang mooie muziek.
Van luidkeels mee zingen met de red hot chili peppers.
En met twee katten op schoot the nightmare before christmas kijken.
Zo'n zondag van fijne herinneringen, oude foto's en kriebels in je buik.
Een zondag vol geluk.
Naar buiten kijken en zien hoe de zon langzaam achter de bomen verdwijnt.
Denkend bij jezelf, zondag is altijd fijn geweest.